Mijn liefde is oneindig
De hemel is blauw. Geen vliegtuig verstoort de middagrust, de A12 is tot zwijgen gebracht. De kinderen van de achterburen fluisteren. In de verre buitenwereld blaffen twee eenzame honden naar elkaar. Mijn kat streelt langs mijn benen. De horizon reikt niet verder dan het tuinhek.
De randen van het bestaan komen steeds dichterbij. Onze wereld is een klaplong geworden zonder beademingsmachine. Uren worden dagen, dagen worden tijdloze eenheden uit een niet zover verleden. Zonder dat ik het wist is de wereld verdwenen en vervangen door een microkosmos bevolkt met dode materie dat zich tegoed doet aan mijn cellen.
Elke ademtocht kan de dood betekenen. Mijn liefde, mijn liefdes zijn engelen des doods geworden. Het leven reken ik niet meer in jaren maar in dagen… Waarom je druk maken over april als je niet weet of je het eind van maart gaat halen? De gedachte is schokkend en ontnuchterend tegelijk.
Ik voel me een patient die nog niet weet dat hij ziek is. Een mens met onvervulde, onuitgesproken verlangens. En die zelfs nu nog aarzelt om woorden te geven aan zijn gevoel. En in zijn twijfel denkt: dit gaat aan mij voorbij! Dit gaat aan ons allemaal voorbij! Dit is een gedachte die je droomt. Maar … is morgen niet het begin van het einde? En is het dan niet te laat om te zeggen wat je altijd al hebt willen zeggen?
Zijn de gevoelens die ik vandaag wil uiten morgen niet vervlogen, ingehaald door de realiteit? Nee! Nooit!
Het is nooit te laat om te zeggen ‘Ik hou van je, ik bemin je met heel mijn hart tot in de dood en daarna.’ Het is nooit te laat om je liefde uit te spreken voor de vrouw van je dromen. Het is nooit te laat om te zeggen ‘Moeder bedankt voor mijn leven.’
De hemel is blauw. Mijn kat springt op schoot en begint te spinnen. Ik hou van jullie. Mijn liefde is oneindig.
Geert