Als je uit het centrum van Gouda richting Bloemendaal fietst steek je het Kleiwegplein over om met een rotvaart de spoortunnel in te duiken. Althans, ik duik met een rotvaart de tunnel in. Gewoon volle bak naar beneden trappen. Meestal kom ik ruim voor de meute onder de tunnel door.
Zo ook vandaag. Tevreden racete ik naar het volgende stoplicht toen ik naast me ineens een hoog stemmetje hoorde piepen: “U fietst best hard meneer!” Naast me fietste een jong meisje op een opoefiets … Hoezo lag ik ver voorop!
Lachend keek ze me aan. Eerst dacht ik dat ze me in de maling nam, maar nee, ze was gewoon vrolijk verbaasd dat zo’n ‘ouwe man’ zo hard kon fietsen. En ik was verbaasd dat zo’n jong meisje nog veel harder kon fietsen. Op een opoefiets nog wel. Ik feliciteerde haar met de overwinning, maar dekte mezelf wel een beetje in door te zeggen dat ze veel jonger was.
Daar moest ze heel hard om lachen. Naast me verder fietsend wilde ze weten of ik wist hoe oud ze was. Opzettelijk, om haar een beetje te plagen, zei ik dat ze zes was. Ze viel bijna van haar fiets van het lachen. “Zes! Dat kan toch helemaal niet!” “Acht dan?” “Ouder! Veel ouder!” Ik schatte haar een jaar of twaalf. Dus riep ik vijftien. Ze was twaalf.
Ik kon het niet laten om te vragen hoe oud ze mij dan schatte. Ik was vast dertig! Best wel iets ouder zei ik glunderend. “Vijftig dan?” vroeg ze ongelovig. Ik ben vijfenvijftig jaar oud zei ik trots. Bij het volgende bruggetje moest ik rechtsaf en zij rechtdoor. Geruststellend zei ze voordat ze verder fietste dat ik nog niet zo oud was als haar opa. “Doei!”
Wat een zegen hè, die fietsen met elektromotor? 😉
LikeLike
Moet ik ook maar eens aan beginnen denk ik 🙂
LikeLike
Echt leuk! Ik zag het voor me; zo beeldend geschreven. Niet buiten adem toch? 😉
LikeLike
Nee hoor. Wel vrolijk verbaasd:)
LikeLike
Heerlijk om te lezen 🙂
LikeLike
Dank je!
LikeLike