File flirten

Tijd genoeg om te peinzen vandaag. De auto voor me, een fiat, staat al een uur voor me stil. Naast me veranderd het beeld nogal eens, dan weer een vrachtauto, eerst een MAN, toen een Volvo en nu een DAF. Hier kunnen de mensen de file ontsnappen door nog snel een afslag te nemen. File? Stilstaand verkeer door een ongeluk. In het schermpje van m’n navigatiesysteem staat al meer dan vijftig minuten dat ik de laatste kans om een andere route te kiezen heb gemist. Het kan me weinig schelen. Ik heb mijn ipad bij me, de M&M’s zijn nog niet op en ik drink, met mate, nu en dan een slokje water. File …

Je zit alleen in je auto maar bent omringd door allemaal mensen met ideeën, gedachten, gevoelens. Als er een leuk meisje naast je staat ga je vanzelf fantaseren, en bij een beetje mooi weer, raampje naar beneden, kan het ook nog gezellig worden. Nu ben ik tamelijk verlegen dus zo snel zal ik niet gaan flirten in de file en bovendien vind ik het tamelijk opdringerig. Als je in de rij bij de Albert Heijn staat doe je dat toch ook niet?

‘Mevrouw wat heeft u een hoop boodschappen? Feestje vanavond haha! Oh, u bent jarig, mag ik je zeggen en trouwens ik ben Geert, leuk je te leren kennen.’

Laatst las ik dat tachtig procent van de mannen en zestig procent van de vrouwen flirt in de file.  Net zoals zestig procent vreemd gaat op het werk en negentig procent het wel eens overweegt….

Daar sta je dan in de file. Het mag dus, flirten. Eigenlijk moet het. Alleen. Ik val niet op shag rokende vrachtwagen chauffeurs, met vijf vingers door het haar strijkende donkerblonde jongemannen of permanent bellende blondjes van 60+ ! Wil ik me een keer aanpassen is de doelgroep niet aanwezig. Loerend in mijn spiegeltje, drie auto’s verderop, zit een slachtoffer. Vermoed ik. En op de tegemoet komende rijbaan rijden ze met 100 km per uur onophoudelijk voorbij, mijn gedroomde fabelvrouwen.

Ik ga maar over iets anders mijmeren. Vakantie? De motortocht die ik ga maken? De prachtige mensen die ik dan ga ontmoeten, de indrukken die ik zal opdoen, de warmte op mijn hoofd als ik mijn helm afzet na een lange tocht en van het laatste zonlicht geniet. Na al verheug ik me op de kliffen van Bretagne, de Belem brug in Lissabon, de kleine cafeetjes in Barcelona, de …

De gedichten die ik ga schrijven als ik de tocht naar Santiago de Compostella heb volbracht.

Santiago is ver weg in de file bij de Coentunnel. Heel ver weg. Om me heen heeft 52% van de mensen gestemd. Ik heb vandaag iets met percentages trouwens, maar goed, van die 52% heeft een flink aantal mensen ‘populistisch’ gestemd. Populistisch. Een woord dat makkelijk mensen wegzet. Vooral gebruikt door mensen die tolerant zijn, om de medemens denken, voor hun vrijheid van meningsuiting zijn en graag etiketjes plakken. Ik word daar zo verdrietig van. Van dat etiketjes plakken, dat veroordelen zonder dat je iemand kent of zelfs maar hebt ontmoet. Mijn schoonmoeder, inmiddels vijfentachtig, draagt een hoofddoekje. Heeft ze vrijwel haar hele leven gedragen. Wordt weggezet als ‘Christenbroeder’. Mijn vrienden die de fout hebben gemaakt om in Wageningen te blijven wonen zijn van de milieumaffia. Zelf ben ik een rechtse bal natuurlijk en een patser. Nee, Santiago is ver weg in de file.

Verrassend trouwens dat een auto die meer roestplekken en gaten heeft dan onbeschadigde lak wel door de APK keuring heen komt. Ja, de sticker is van dit jaar! Heel apart… Naast me is inmiddels een Renault aangeschoven. Een kleine, donkere vrouw met hoofddoekje gespannen achter het stuur. Ingeklemd tussen twee trucks die haar aan de voorzijde een meter ruimte geven en haar vanachter zowat, excuses voor de uitdrukking, nemen. Ik kijk haar aan en moet even lachen om haar benauwde gezicht. Dat voelt ze. Vragend kijkt ze me aan en met mijn ogen maak ik haar duidelijk waarom ik lach. Ze haalt haar schouders op, lacht terug, kijkt achterom en maakt een gebaar dat we allemaal kennen. Juist.

De file lost langzaam op en ik geef haar de ruimte om voor me in te voegen. Als ze in haar spiegeltje kijkt zie ik haar ogen lachen. Flirten in de file? Ik? Welnee.