Er stond niet heel veel wind dus leek het me een goed idee om Kind of Blue eens alleen over de plas te sturen. Best wel spannend zo voor de eerste keer. Varen is nooit zo moeilijk en aanleggen kan ik blind dus waar maak ik me druk over? Juist. Nergens over. Ien ging het eerste uur mee, maar moest daarna optreden met haar bandje, dus daarna had ik het rijk alleen. Wat me opviel is de gevoeligheid voor de de gewichtstrim. Ik had de helmstok vast gezet en de boot getrimd met de genuaschoot en de grootschoot. Dat ging prima, maar vooral de dwarscheepse trim, de helling beïnvloedde de langscheepse trim enorm. Als ik met m’n rug tegen de mast ging staan kon ik de boot door naar links en rechts te stappen haarfijn sturen. Dat weten we dan ook weer.
Zo’n spelletje gaat snel vervelen en ik besloot om een rondje plas te varen. Tegen de klok in en vlak langs de kant. Gewoon om eens te toeristisch te zeilen. Wat staan er toch een prachtige huisjes langs de plas. Echte paradijsjes! Elk met z’n eigen zwemtrap en onvermijdelijke sloep voor de deur. Al spelevarend is me iets merkwaardigs opgevallen. Hoewel ik een rondje heb gevaren is het bijna altijd een aandewindse koers geweest! Op dat gekke meer draait de wind zon 100 graden… Hier win je alleen een wedstrijd als de situatie perfect kent. Wat inhoud dat er veel, heel moet worden geoefend! En dat is helemaal geen probleem.
Samen met Ien varen is heel gezellig. Ze krijgt de techniek van het sturen vast wel onder de knie. Alleen is ze nu nog zo opgewonden en blij van het varen dat ze niet echt luistert naar mijn aanwijzingen. Maar dat allemaal goed!
Alleen varen is geen probleem. Je kan alleen niet met al te veel wind weg omdat je niet kan reven. Het blijft natuurlijk een uberrappe wedstrijd bak…
