Wachten, wachten, wachten. En zweten, heel veel zweten … We vliegen er weer eens uit. Op zakenreis. Nou ja, zakenreisje. Helemaal naar London pfff. Dus, vanmorgen de bolide van stal gehaald, jasje aan, dasje om en een zakelijk gezicht opgezet. Lag nog ergens te wachten op gebruik dus stof eraf en hup! Metamorfose.
Geert vliegt tegenwoordig budget. Zitten ook vleugels aan en met een beetje geluk kom je heelhuids beneden. Heb ik nog geld over voor een biertje enzo. De charme is er wel een beetje af trouwens, iedereen kan tegenwoordig vliegen! Het moet niet gekker worden. Ik amuseer me meestal kostelijk met inchecken. Dicht opeengepakt als kleuters in een ballenbak, persen we onszelf – ingesloten door bleke pukkelige Engelse pubers in driekwart broek die primitieve klanken slaken – richting ‘gate’.
Vliegen is een aparte hobby. Telkens als zo’n klein ding overpruttelt krijg ik prettige onderbuik gevoelens. Zo van ‘dat wil ik ook!’ Ik was een jaar of tien denk ik, ver in de vorige eeuw dus toen ik voor het eerst vloog. Vanaf Zestienhoven, tien minuten van ons huis vandaan. Ik kon eerder vliegtuig zeggen dan ‘Mama’, volgens moeders zelf en wie ben ik om daar aan te twijfelen? Als ik in mijn bedje lag, geen idee of mijn geheugen spelletjes met me speelt, maar het klinkt wel stoer, zag ik de tweemoterige Carvair overvliegen. De dagelijkse vlucht met auto van Rotterdam naar Biggin Hill. Dat ligt nog steeds in Engeland, maar ze vliegen er niet meer naar toe. Het dakraam werd verduisterd en met veel geraas kwam die zwangere kist over. Een auto in de buik! Of een tweeling, maar dat zal wel niet …
Vliegen. Het wachten is eigenlijk helemaal niet erg. Het is vandaag de overtreffende trap van Martin Bril’s korte rokjes dag. Het is ultrakorte rokjes dag! Naast me zit een blond meisje te sms’en, een zilveren ketting in het haar, de benen nog geheel zonneloos blanco, een blik in haar ogen die eindeloos ver weg is. Ga van vriendje uit. Of zoals nu politiek correct is: partner. Tja. Ik ben ook even weg bij partner. Terwijl een druppel zweet bij mijn laatste haarwortel aan de lange weg naar beneden begint, langzaam afzakt naar mijn wenkbrauwen, een omweg neemt via het puntje van mijn neus, om uiteindelijk op de C van het toetsenbord te eindigen, komt een mevrouw van de oranje vliegers, gehuld in een strak latex pakje op me toelopen om me met zachte zwoele stem te vragen of ik met haar mee wil vliegen. ‘Geeheert …’
Final call for passenger Smits. Immediate boarding please at gate 14!!!
Ik schreef al eerder
je schrijft verrukkelijk
leuk
LikeLike
Wat leuk om over een vliegreis uit het oogpunt van de passagier te lezen. Ik ken het vliegen met name vanaf de ‘andere kant’. Ook daar is de charme inmiddels aardig af. Maar de humor blijven we zien. Jij ook, heb wederom van je stukje genoten.
LikeLike