Make or buy …

De ultieme kleffe bol is een natte droom vol met zachte krenten en rozijnen, een vluchtige liefde vol smeuïge sukade, druipend van de maisolie. Maar hoe maak je dit genotsmiddel klaar?

Heb je voldoende energie om er echt een feestje van te maken? Of kan je het gebrek aan energie compenseren met ervaring… Kan je deze uitdaging aan? Of toch maar een pilletje? Een literair pilletje wel te verstaan! Want zo mag je deze klassieker wel noemen. En de enige weg naar het ultieme bollengenot.

In 1910 verscheen de eerste editie van haar Kookboek van de Amsterdamsche Huishoudschool. De Wannée.

Cornelia Johanna Wannée (1880-1932) was lerares en later directrice aan de Amsterdamsche Huishoudschool in het begin van de twintigste eeuw. Ze merkte dat er behoefte bestond aan een algemeen kookboek voor de Nederlandse huisvrouw. Al een eeuw lang wordt dit kookboek steeds aangevuld en herdrukt.

Make or buy … Geen vraag toch? Want wees nou eerlijk: je moet er toch niet aan denken dat jouw bolletje door iemand anders wordt aangeraakt? Vriend, vriendin, man, vrouw, kind of geheime liefde uitgezonderd uiteraard 🙂

Johanna. Bedankt dat jij deze prachtige bol het levenslicht hebt doen aanschouwen.

Oliebollenrecept

500 gram bloem
1 theelepel zout
30 gram verse gist
4,5 deciliter lauwwarme melk (40 graden)
1 theelepel suiker
1 ei
40 gram rozijnen, gewassen
40 gram krenten, gewassen
25 gram sukade snippers
20 gram stemgember, in stukjes
1 appel, in kleine stukjes
25 gram gehakte noten (!)
geraspte schil van 1 citroen
Zonnebloemolie

Handige oliebollenweetjes

Er zijn twee stromingen. De eerste gaat uit van een uur rijzen van het deeg en de tweede stelt dat vijftien minuten voldoende is omdat de bol in de olie wel rijst! Maar dat zijn Belgen dus daar ga ik niet voor.

Om te voorkomen dat de krenten, rozijnen, stemgember, appel en sukade in het beslag naar beneden zakken haal je ze even door de bloem. Dan verspreiden ze zich prachtig door het beslag. En voordat ik het vergeet: leg het ei op tijd uit de koelkast dan is het op kamertemperatuur!

Wat ons verder op het hart gedrukt wordt is de wijze waarop de bollen worden neergelegd. Nooit op elkaar! Want dan loopt de olie naar de onderste bollen die dan baggervet worden. Op een schaal, naast elkaar op keukenpapier is de opdracht.

Baktips

Zonnebloemolie verwarmen tot ongeveer 170 graden
IJslepel of juslepel insmeren met olie om het beslag te scheppen (regelmatig verversen)
Beslag als een druppel van de lepel laten glijden. Vlak boven de olie laten vallen. Voorzichtig!
Bollen 2 minuten laten bakken en dan met een pollepel keren. (soms gaan ze vanzelf)
Nog 3 minuten doorbakken en met een schuimspaan uit de pan halen.

Have fun!

Wish you were here

Ik werd vanmorgen wakker om een uur of vier, het kan half vijf zijn geweest. Helemaal zeker weet ik het niet meer.En het eerste wat ik hoorde, of althans wat ik dacht te horen was

‘How I wish, how I wish you were here’

Geloof me, ik ben naar beneden gelopen om te kijken of de muziek aanstond. Geen geluid in de woonkamer. Niemand aanwezig.

Wish you were here. Ik wil het zo graag dat ik me dingen begin in te beelden. Muziek hoor waar geen muziek is.

‘We’re just two lost souls swimming in a fish bowl…’

Je bent dichtbij maar toch eeuwig ver weg.

Ik kan de auto pakken en de 25 km in een kwartiertje overbruggen. Ik kan de fiets pakken en in een uurtje voor je deur staan. In deze nieuwe wereld zijn dat geen opties. In deze nieuwe wereld zijn afstanden weer eenheden die tijd kosten.

Afstanden die soms nooit meer worden overbrugt. Ons leven laat zich niet meer vangen in afstanden. Een meter is een eenheid die niet meer in tijd is uit te drukken. Elke meter kan de kortste weg naar de eeuwigheid zijn. Elke meter is oneindig.

De hele wereld is een No Go Area geworden.

How I wish, how I wish you were here
We’re just two lost souls
Swimming in a fish bowl
Year after year
Running over the same old ground
And how we found
The same old fears

Wish you were here …

Mijn liefde is oneindig

Mijn liefde is oneindig

De hemel is blauw. Geen vliegtuig verstoort de middagrust, de A12 is tot zwijgen gebracht. De kinderen van de achterburen fluisteren. In de verre buitenwereld blaffen twee eenzame honden naar elkaar. Mijn kat streelt langs mijn benen. De horizon reikt niet verder dan het tuinhek.

De randen van het bestaan komen steeds dichterbij. Onze wereld is een klaplong geworden zonder beademingsmachine. Uren worden dagen, dagen worden tijdloze eenheden uit een niet zover verleden. Zonder dat ik het wist is de wereld verdwenen en vervangen door een microkosmos bevolkt met dode materie dat zich tegoed doet aan mijn cellen.

Elke ademtocht kan de dood betekenen. Mijn liefde, mijn liefdes zijn engelen des doods geworden. Het leven reken ik niet meer in jaren maar in dagen… Waarom je druk maken over april als je niet weet of je het eind van maart gaat halen? De gedachte is schokkend en ontnuchterend tegelijk.

Ik voel me een patient die nog niet weet dat hij ziek is. Een mens met onvervulde, onuitgesproken verlangens. En die zelfs nu nog aarzelt om woorden te geven aan zijn gevoel. En in zijn twijfel denkt: dit gaat aan mij voorbij! Dit gaat aan ons allemaal voorbij! Dit is een gedachte die je droomt. Maar … is morgen niet het begin van het einde? En is het dan niet te laat om te zeggen wat je altijd al hebt willen zeggen?

Zijn de gevoelens die ik vandaag wil uiten morgen niet vervlogen, ingehaald door de realiteit? Nee! Nooit!

Het is nooit te laat om te zeggen ‘Ik hou van je, ik bemin je met heel mijn hart tot in de dood en daarna.’ Het is nooit te laat om je liefde uit te spreken voor de vrouw van je dromen. Het is nooit te laat om te zeggen ‘Moeder bedankt voor mijn leven.’

De hemel is blauw. Mijn kat springt op schoot en begint te spinnen. Ik hou van jullie. Mijn liefde is oneindig.

Geert

Stilte en de stad

Stenen vastgezet in mortel
zijn een negatief van toen
geen geheugen, zonder oordeel
absorberen eeuwen, overleven dood

Langs de windhoek van kozijnen
zwijgen klinkers, liggen pannen
stil te wachten
op de dageraad van morgen

Zwevend door de straten,
mensen, parasieten op haar pels
Onze schaduw reeds vervlogen,

zijn wij rimpels in haar tijd.

Steden hebben geen geweten
Verzwelgen levens zonder mededogen
Roeien heel de mensheid uit.
Rondom stilte, stilte van de eeuwigheid.

Vriendschap

Met weinig woorden veel kunnen zeggen. Dichters hebben deze gave. Zijn in staat om met een pennenstreek emotie bloot te leggen, harten te doen smelten, koningen te verleiden. Poëzie wordt geboren uit ellende. Hoe zwaarder het juk hoe mooier de strofen.

Want het leven is een wrede minnaar. Een beeldschone sirene in een wit gewaad die je kan vernietigen met haar betoverende zang. Die je aan het twijfelen brengt over alles wat je lief is. In een klap bestaat je wereld kapotmaakt. Zonder een nieuwe wereld daarvoor terug te geven. Om je alleen te laten in niemandsland. Achter je de voorbije wereld, voor je niets. Niets dat zekerheid geeft, richting geeft, zingeving.

Als je goed kijkt, luistert, voelt, dan weet je: ik ben niet alleen. Er zijn anderen, andere dolers, andere ontheemden, mensen zoals jij. Op zoek naar nieuwe waarheden waar oude waarheden hebben afgedaan.

De dagen worden langer. De zonnewende brengt Sol Invictus terug aan onze hemel. De Christenen vieren de geboorte van Jezus, de Druïden dansen bij Stonehenge, niet gelovigen offeren herten, zwijnen en kalkoenen. De paus preekt zijn ultieme spreuk…

Et benedictio Dei omnipotentis: Patris et Filii et Spiritus Sancti descendat super vos et maneat semper.

(‘En moge dan de zegen van de Almachtige God: van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest op u nederdalen en daar altijd blijven.’)

Nieuwe waarheden, oude beloften. Met kerst houden we ze allemaal tegen het licht. Bevestigen we onze geloften of slaan een radicaal andere weg in. Kiezen voor onze eigen waarheid of voor de waarheid van anderen. Denken na over richting en toekomst. Vertrouwen op eigen oordeel of luisteren naar de mening van anderen. Spreken we met vrienden. Huilen, lachen, vloeken en tieren. Kijken in de spiegel …

Je kijkt jezelf aan. Legt rekenschap af aan die ene die er altijd zal zijn. Van de eerste ademhaling tot de laatste zucht.

Je bent alleen … of toch niet?

Om je heen staan mensen, gedachten, ideeën, beelden en ervaringen. Mensen met wie je je leven deelt, waarop je altijd kunt vertrouwen. Waar je nieuwe werelden mee kan ontdekken. Het zijn er niet veel, ze passen net in het spiegelbeeld dat je leven is.

De dichter in mij is op vakantie. Heb daarom de hulp ingeroepen van Hugo Claus. Die op zijn beurt leentjebuur heeft gespeeld bij Shakespeare. Waar ik dan weer aan ben gaan sleutelen 🙂

Dat de meeste dingen volmaakt zouden zijn

op één moment en dan doven,

zo willen het de wereld en Einstein.

En dat de mensen groeien als lover

onder een zelfde luchtvervuiling

en gelijk vergaan in de herinnering,

zo verzekert het de tijd

die in mijn nekvel bijt.

Daarom moet ik nu sprakeloos

dat ene moment loven

Waarop je naar me bent toegegaan

je vriendschap als nooit tevoren,

een moment dat eindeloos

In mijn hoofd gegrifd zal staan

Voor een lieve vriendin

De bloggende terras-tijger 2

Ouders met kinderen

De een ontwijkt ze en de ander vindt ze geweldig: ouders met kinderen. Als je een verhaal wilt schrijven over hyperbegaafde, überintelligente en supergetalenteerde ‘kids’ dan kan je naast elk stelletje met kinderwagen aanschuiven. Het gemiddelde ouderpaar schrijft de kinderen bovennatuurlijke gaven toe. Goden en Godinnen zijn het … Voor een goed verhaal heb je meer nodig. Een lachende baby bijvoorbeeld!

De lachende baby

Niets is zo aantrekkelijk en vertederend als een lachende baby. Baby lacht en de mensen op het terras beginnen te glimlachen. Natuurlijk barsten de ouders bijna van trots. Pa kijkt trots om zich heen op en moeder straalt. Eventuele grootouders zijn er als de kippen bij om het tafeltje naast hen te vertellen dat het zo’n vrolijk kindje (j/m) is!

Kijk op zo’n moment eens goed naar de gezichten van de andere bezoekers. Het is even zoeken maar ze zitten er altijd: de jaloerse stelletjes. De stelletjes die zich ergeren aan van alles en nog wat. Maar vooral aan kinderen. Daar ga ik naast zitten als ik  een verhaal wil schrijven over chagrijn. Gelukkig zijn er ook mensen die baby’s wel leuk vinden en in een vrolijke bui zoek ik een ouder echtpaar op met herinneringen aan de eigen kinderen.

Het jaloerse stelletje

In de hoek van het terras zitten ze een beetje onderuit in de rotanstoelen. Hij drinkt een Paulaner, een halve liter witbier van een fout Duits merk en zij zit aan de muntthee en rookt Marlboro filtersigaretten. Nerveus tikt hij met vingers op de tafel. Hij buigt zich naar haar toe en ‘fluistert’ duidelijk hoorbaar voor het halve terras:

‘Je kunt nergens meer zitten zonder gekrijs.’ Zij neemt een diepe trek van haar sigaret en kijkt hem woest aan. ‘Jaloers?’

Wil hij graag kinderen maar kan hij ze niet krijgen? Of is zij daar niet toe in staat? Hebben ze het niet genoeg geprobeerd? Heeft hij een seksuele afwijking waardoor hij niet klaar kan komen? Is zij wellicht ziek? Of zijn ze neef en nicht? Voor een verhaal is alles toegestaan.

Het lange termijn geheugen

De al wat oudere vrouw kijkt bijna verliefd naar het babytje in de kinderwagen. Je kan haar moederliefde bijna voelen. Haar man kijkt haar aan met een begrijpende uitdrukking in z’n ogen. Je hoeft geen genie te zijn om te zien dat ze gek op kinderen zijn. Maar waarom zijn haar ogen dan zo vochtig?

‘Hoe zou het nu met ze gaan?’ vraagt ze, terwijl ze zich vooroverbuigt naar het kindje. De man zwijgt even en antwoordt dan ‘Goed denk ik …’

Daar kan ik alle kanten mee uit. Een mooie opening voor een verhaal. Als ik ze aanspreek, terloops met een afgesleten opmerking als ‘lief he? Aan kinderen heb altijd goede herinneringen’, dan krijg je bijna altijd een gesprek over vroeger. Vaak met heel persoonlijke details. Het lange termijn geheugen is een geweldige uitvinding.

De beste plek

Als je een verhaal over ouders met kinderen wilt schrijven dan kan je het beste twee tafeltjes verderop gaan zitten. Zo kan je alles mooi overzien. Ouders met kinderen zijn altijd goed voor een verhaal. En dan geen verhaal over hoe leuk ze zijn, of hoe slim. Die kan je genoeg lezen in de Libelle.

(De bloggende terrastijger is een paar jaar met vakantie geweest 🙂 (eerder gepost in 2013)

Weeklysmile

I was cycling along the Dutch River IJssel when I stopped for a short break …

5c824fdb-114a-4fd2-8510-532b158e659d-1

Need I say more? This is perhaps the shortest blog I ever wrote 🙂 And end it with a big smile 🙂

 

The Surveyed Female – 7

LOOKING IN THE MIRROR

Tijd om zelf in de spiegel te kijken. Picture for Women is ontleed, de betekenis van Jeff Wall is opgeschreven maar de invloed die het werk op mij heeft is nog onvoldoende belicht. Laat staan wat ik ermee ga doen! En dat ga ik dan dus nu haarfijn uit de doeken doen. Nou ja, ik doe een poging.

Een foto leren lezen. Ben even kwijt wie het heeft gezegd maar dat is wat ik geleerd heb in de afgelopen jaren. Ik heb me opengesteld om een foto te leren lezen. Nog steeds zit ik op de basisschool maar een eerste begrip van de grammatica is er.

Momenteel ben ik op weg om de puntjes op de i te zetten. Meer te zien en te begrijpen en dat te verbeelden. Beelden met elkaar in verband te brengen en de verborgen tekens te lezen. De symbolen te herkennen. Mijn scepsis, mijn scepsis op voorhand, te bewaren totdat ik beter heb gekeken. Te luisteren naar het beeld.

Wat ik nu zie als ik naar Picture for Women kijk is geëvolueerd van

‘Ik zie vrouw, camera, man en rommel’

naar een tableau met meerdere lagen. Waarbij de kunstenaar er alles aan heeft gedaan om die zo subtiel mogelijk aan te brengen. Van een ogenschijnlijk eenvoudige foto naar een beeld dat confronterend is.

Jeff Wall is erin geslaagd me te laten beseffen dat ik mijn mening moet uitstellen tot ik weet waar het over gaat. Wat er is bedoeld. En daarvoor gebruikt hij een beeld dat is geïnspireerd op een schilderij van Edouard Manet. Un Bar aux Folies-Bergères. En duwt het vol met symbolen, tekens en verwijzingen. Op zo’n subtiele manier dat ik eerst helemaal niet doorhad dat ikzelf in de spiegel keek. Jeff Wall heeft me een spiegel voorgehouden.

Alles wat ik hebt meegemaakt in mijn leven bepaald hoe ik tegen de dingen aankijk. In elke blik zit een voor-oordeel. Niet alleen als ik naar foto’s, schilderijen of andere kunst kijk. Niet alleen als ik naar muziek luister, een discussie aanhoor maar ook als ik iemand ontmoet.

Ik plak labels. Jij bent dat soort, jij dat andere tiep. Wie doet het niet? Een mens overleeft door labels te plakken. En blijft daardoor binnen de cocon van zijn eigen waarheid.

Een groen-linkser kan mij niet overtuigen van het ONMIDDELIJKE gevaar van de opwarming. Want het labeltje zegt: grachtengordelaar; elitair, drammerig, verwent rotventje (M/V). En dus loop ik de kans de kern van de boodschap te missen door de boodschapper niet te vertrouwen.

Fout.

Dezelfde fout maakte ik toen Marcel Scholting, ‘de docent van dienst’, mij de foto’s van Bernd en Hilla Becher liet zien, de portretten van Rineke Dijkstra presenteerde, Jeff Wall, Gregory Crewdson, en noem ze maar op ….

Ik heb het eerder gezegd. Vaker dan me (nu) lief is.

Lekker belangrijk.

Ja. Verrekte Belangrijk. En wat ook belangrijk is: waarom ‘heb ik het licht gezien?’ Door weer te gaan schrijven. En te lezen. Te gaan herlezen. Te gaan fotograferen, schetsen, schilderen, plakken, knippen …

  • Les Chemins de la liberté van Sartre
  • On Photography – Susan Sontag
  • Camera Lucida – Roland Barthes
  • Ways of Seeing – John Berger
  • Eeuwige schoonheid – E.H. Gombrich
  • Het begin van iets – Siegfried Lenz
  • De Stilte van het licht – Joost Zwagerman

Maar ook:

  • Biggles learns to fly – Captain W.E. Johns
  • De Walgvogel – Jan Wolkers
  • Ik Jan Cremer – Jan Cremer
  • Harry Potter –  Het-Boek-Dat-Ik-Nooit-Zou-Kopen

Door musea te bezoeken. Door met vrienden en vriendinnen te praten. Door samen de grenzen van je fotografische kennis te verleggen.

Door de draad op te pakken die ik in 1980 liet liggen.

%d bloggers like this: